Lievelingskleur


Het is fijn dat ik bij huis in mijn autootje kan stappen, om na een plezierige rit precies uit te stappen waar ik moet zijn. Maar toch .. af en toe reis ik met de trein. Dan parkeer ik mijn autootje bij het station. In het begin was het wat onwennig en keek ik elke keer als de trein stopte of ik er al uit moest. Nu zit ik heerlijk bij het raam en kijk graag naar buiten. En of ik nu een uurtje onderweg ben naar Utrecht of die ene keer vier uurtjes van Den Helder naar Dieren … ik neem geen boek mee. Daar heb ik geen tijd voor.

Gele treinen hebben mijn voorkeur: een mooi gezicht, die gele rups door het landschap. Het valt me altijd op: geel, al sinds jaar en dag mijn lievelingskleur. Ik denk dan aan zon en vrolijkheid, maar dat is niet voor iedereen zo.

Wat een kleur met iemand doet, welk gevoel of symboliek het krijgt, verschilt per persoon. In de westerse Middeleeuwen werd geel gezien als de kleur van de haat, als je geel ziet, ben je ongezond en wie zich ergert, ziet groen en geel. Er dreigt gevaar bij geel gecombineerd met zwart, zoals bij bijen, wespen of gifslangen en het is opletten geblazen bijvoorbeeld in het verkeer en bij de spoorwegen: geel is daar een signaalkleur, het schreeuwt: ‘Let op’.

En toch. Bijen hebben de voorkeur voor gele (wilde) bloemen en in Azië is geel zelfs een heilige kleur. Geel staat symbool voor de Chinese monarchie. En let eens op de verpakking van Oosterse gerechten. Binnen de heraldiek is geel goud, wat ook liturgisch gezien op elk uitbundig feest mag worden gebruikt, in het bijzonder het paasfeest met onder andere de gele pauselijke vlaggen.

Ik kijk uit het raam van de treincoupé. Brengt de zomer mij vreugde met gele bloemen of witte met gele hartjes, de herfst geeft me ook veel vreugde met het verkleuren van de bladeren. Het landschap wat langs snelt, wordt al kleurrijker: groene bladeren wordt rood, bruin en geel. Prachtig. Ik zie een Ginkgo Biloba die lijkt op een gele suikerspin.

Ik zie ook een pand waarvan de hele gevel geel is, een huis met gele deur, eentje met gele raamkozijnen en gele rolgordijntjes. Er zijn gele kinderglijbaantjes in speeltuintjes, zonnebloemen in volkstuintjes, borden bij bushaltes, gele auto’s, vrachtwagens en bussen op de snelweg, graafmachines in kuilen met zand en mensen die werken in gele jassen.

De NS heeft trouwens een geel logo, met blauw erin. Mooi, want geel is technisch gezien de complementaire kleur van blauw. Mijn autootje is ook blauw. Die parkeer ik als ik weer thuis kom graag voor mijn huisje, waarvan de gevel bestaat uit fraai gele panelen. En dat is vertrouwd thuiskomen.